We leven in een tijd waarin we vooral vooruit moeten kijken. Niet te veel terugblikken, want daar krijg je maar gedachten van.
Geschiedenis? Ach, dat is iets voor mensen met vrije tijd, of een Netflix-abonnement zonder wifi.
En tekenaars? Ja, leuk – zolang ze niet té scherp tekenen, of erger nog: beginnen na te denken.
Want denken, dames en heren, is tegenwoordig een soort linkse hobby.
En tekenen met inhoud? Da’s verdacht.
Neem nou Jo Spier.
Een man met een pen zo vlijmscherp dat hij ermee de oorlog overleefde – maar niet de geruchten erna.
Je zou denken: als iemand mooie lijnen kan trekken, laat hem dan vooral geen grijze gebieden inkleuren.
Toch deed hij dat. En juist daarom is zijn verhaal vandaag misschien wel belangrijker dan ooit.
Voor wie denkt dat cultuur iets is voor op een regenachtige zondag, laat dit dan je druppel zijn.
We gaan het hebben over een man die tekende wat anderen niet durfden te zeggen.
En daardoor misschien wel méér zei dan wie dan ook.
Door een krantenbericht zie je een naam staan die ergens in je hersenpan meldt dat dit een Nederlandse grootheid uit het nabije verleden is geweest. Je hebt er geen beeld bij of een precieze tijd waarin de man, ook al heet hij Jo, leefde. Het blijkt een man te zijn om meer van te willen weten. En dan blijkt dat zijn levensverhaal en zijn toptekentalent nu nog belangrijk kunnen zijn in een tijd van, zoals ik het zie, verrechtsing en meer oppervlakkigheid.
Meer weten of meer denken gaan meestal samen en daar blijken vele lui niet veel mee van doen te willen hebben. Die lui houden zich het liefst bij hun eigen waarheden die vaak onwaarheden zijn en die de meningen of zelfs feiten van door hun geduide linkse intellectuelen gewoonweg ontkennen.
Ik was eens op een voetbalclub en daar was ook wel eens een discussie over een actueel onderwerp. Toen zei een van mijn medespelers : “Jullie intuelen weten het altijd beter en dat is niet zo”. Hij legde niets uit, of kon dat niet, maar hij had een belangrijke mening geponeerd. En ik bleek voor hem een intueel.
Terug naar tekenaar Jo Spier. Hij werd later wel de overlevingskunstenaar genoemd. Waarom? Dat is nu na de dodenherdenking en de bevrijdingsdag een mooi verhaal ter overdenking. Wie weet moet zijn boek uit 1947 Pennevruchten weer eens uitgebracht worden. Jo Spier tekende via zijn tekeningen ook meningen en menselijke zaken op. Plots werd hij tijdens de oorlog verdacht van collaboratie met de Duitsers. De populaire tekenaar was vooral beroemd door zijn prenten in de Telegraaf van voor de oorlog. En pas in 1947 wordt hij toch nog gearresteerd wegens die vermeende collaboratie. Hij heeft in de oorlog vastgezeten in Kamp Theresienstadt. Daar moest hij door zijn talent tekeningen in opdracht maken waardoor hij dat kamp wel overleefd heeft. De documentaire die Hitler liet maken van dit modelkamp Theresienstadt was om andere landen en het Rode Kruis te laten zien dat de Joden het echt wel goed hadden in de kampen. Jo Spier maakte hiervoor 332 tekeningen, ook in opdracht, als een soort filmscript van de op te nemen scenes.
Die lieten op 25 vellen naast elkaar de hele op te nemen documentaire zien. Dat gaf voeding aan de verdachtmaking van meegewerkt te hebben met de Moffen. Maar anders was Jo bij weigering naar Auschwitz gestuurd. Na zijn korte detentie in 1947 is de man naar Mexico gereisd. Nu is een tentoonstelling in Stedelijk Museum Zutphen te zien over de politieke tekenaars van nu. Aanbevelenswaardig. Ook om eens op zoek te gaan naar Jo Spier’s heus heel mooie en aangrijpende tekeningen.
Ter afsluiting een beschrijving van een van die tekeningen. Van Jip van der Toorn, waarin een man tegen zijn kinderen zegt in een oorlogsgebied: Over 40 jaar krijgen jullie ook vast wel je eigen twee minuten stilte. Dan denk je als toeschouwer: “Maken zij dat dan niet meer mee dan”?