We leven in een tijd waarin je geen genie meer hoeft te zijn — als je maar goede wifi hebt.
AI denkt, typt, tekent, en als het straks ook nog kan stofzuigen, dan is de cirkel rond.
We wilden het makkelijk, en dat kregen we.
Een butler zonder loonstrook, een collega zonder vakantie, een brein dat nooit moppert over maandag.
We doen alsof we bang zijn dat AI ons vervangt, maar ondertussen laten we het al onze mails schrijven, onze foto’s verbeteren en onze gedachten verwoorden.
“Het is maar een hulpmiddel,” zeggen we dan — en ondertussen helpt het ons zelfs te bedenken wat we eigenlijk wilden zeggen.
Er zit iets ontroerends in, vind je niet?
De mens die zichzelf bevrijdt van denken — niet omdat het moet, maar omdat het kan.
Een paradox met een glimlach: we zijn zó slim geweest dat we niet meer hoeven na te denken over wat slim zijn eigenlijk is.
En ergens, diep in die code, klinkt iets warms.
Niet van staal, maar van hoop.
Want hoe kil de techniek ook lijkt, het is ook pure nieuwsgierigheid — de oerdrang om iets te scheppen dat ons overstijgt.
Dus ja, AI maakt fouten.
Maar dat doen wij ook.
Alleen bij ons heet het dan: leven.
Bij AI: beta-versie.
En misschien is dat het mooiste verschil dat we hebben.
Nog wel.
AI wordt al jaren ontwikkeld en steeds meer gebruikt. Veel mensen voelen zich nog onwennig, terwijl techneuten wereldwijd werken aan het maken van deze tool tot een onmisbaar hulpmiddel.
AI vindt toepassing op werkplekken, in vervoer, entertainment en de wapenwedloop. Die laatste blijft actueel, want oorlogen hebben in de 21e eeuw geen nut — ze kosten levens, geld en grondstoffen.
AI verbruikt zo’n dertig keer meer energie dan gewone computers. In grote landen verrijzen datacentra en energiecentrales om ze draaiend te houden. De rekening belandt bij consumenten en bedrijven. Verwacht hogere prijzen om AI te kunnen gebruiken.
De Verenigde Naties zouden de mensheid en haar leiders moeten wijzen op ons overmatige gedrag. Een nieuwe mindset is nodig om de planeet leefbaar te houden. AI versnelt werk, maar maakt mensen overbodig. Dan kun je thuis verder met AI — als het nog betaalbaar is.
Er is zoveel energie nodig om dit elektronische gereedschap draaiend te houden, dat we nog sneller door onze energievoorraden gaan dan de gletsjers smelten.
AI staat voor Artificial Intelligence — in het Nederlands Kunstmatige Intelligentie. Maar “KI” doet denken aan kunstmatige inseminatie. Je kunt het ook uitspreken als “Aai”, pijnlijk of vriendelijk, afhankelijk van je gevoel erbij.
Sommigen noemen het “Alles Inclusief”, naar het hotelbegrip All Inclusive.
Ik heb besloten niet met AI te schrijven. Ik houd me bij mijn eigen leest — en hoor dus bij het ‘oud vuil’ van de mensheid dat nog weet wat een leest is.
Een oude spreuk blijft van kracht als waarschuwing tegen zowel oorlog als dit nieuwe tijdperk van snelle technologische oplossingen: “Menschheid, let op uw saeck.”
