Er zijn plekken waar stilte niet gewoon stilte is, maar een herinnering die op adem komt.
Waar muren niet alleen schilderijen dragen, maar echo’s van een lied dat ooit gespeeld werd in een buurthuis, op een zolder, of in een kerk waar de reverb langer bleef hangen dan de laatste toon.
Muziek — het is de meest menselijke vorm van tijdreizen die we hebben. Eén akkoord en je weet weer waar je was, met wie, en waarom het toen allemaal zo vanzelfsprekend voelde.
En terwijl de wereld doorrent met algoritmes en afspeellijsten die we nooit zelf kozen, zijn er mensen die teruggrijpen naar wat tastbaar was. Naar vinyl, naar de geur van oud karton, naar dat zachte tikje van de naald dat zegt: ik leef nog.
Want muziek is niet alleen gemaakt om gehoord te worden. Ze is gemaakt om vast te houden.
En soms, als je goed luistert, hoor je in dat vasthouden niet alleen de melodie van vroeger — maar ook de gemeenschap die erachter schuilging.
In een dorp aan de Rijn, waar kaas de naam bepaalt en water de toon, herleeft even iets wat groter is dan nostalgie.
Daar hangt geen geschiedenis aan de muur, maar een levend geheugen.
Een herinnering aan hoe mensen, decennia lang, met elkaar klanken maakten.
Niet voor likes of streams, maar voor elkaar.
Misschien is dat de mooiste noot van allemaal — die van verbondenheid.
En precies die hoorde je in..
In het Groene Harthuys, een expositie- en optreedlocatie in de Bouwsteeg, was rondom
en tijdens de Jaarmarkt een expositie van twee weken over de muzikanten en muziekproducties die allen wat met Bodegraven – Reeuwijk van doen hebben.
De plaatselijke Stichting VinylVoorgoed waar ik vrijwilliger voor ben, mocht deze tentoonstelling inrichten, hiervoor ging veel waardering uit naar de stichting die veel muziek bewaart en oproept om oude platen en cd’s te doneren via hun de website vinylvoorgoed.nl.
De tentoonstelling hing vol met platenhoezen, boeken en een historie met voorbeelden van de platen die eerst op bakeliet uitkwamen, wat later opgevolgd werd door het bekende vinyl.
Oorspronkelijk werden toespraken vastgelegd op deze uitvinding om geluid te bewaren en te verspreiden. In de 20e eeuw verschenen ook kleine plaatjes met kindermuziek, waarna allerlei stijlen volgden – van klassiek tot pop.
De tentoonstelling werd breed aangekondigd, en al op de openingsdag kwamen vele liefhebbers kijken en praten. Bezoekers haalden herinneringen op en ontdekten dat zelfs bekende musici hier gewoond en gewerkt hebben.
Zo waren er eigen componisten, pianisten en organisten, zoals Herman van Vliet, die vele elpees maakte, een studio (Festivo) en een platenzaak runde. Dirk-Jan Warnaar verwierf faam met koren en muziek over de Tweede Wereldoorlog. Ook skiffle- en popgroepen zoals Long Way Blues waren actief in Bodegraven.
Verder woonden artiesten als Ciska Peters, Anita Dot en Alexander Curly hier, mede dankzij de centrale ligging.
De orgelfabriek Eminent was ook vertegenwoordigd met kleurrijke LP-hoezen.
Vanuit Bodegraven werden huis- en kerkorgels voor heel Europa gebouwd.