Drones zijn onze nieuwe, zelfgemaakte insecten: ze zoemen, zweven en kijken mee op manieren die we vroeger alleen in sciencefiction zagen. Net als bij de komst van de eerste auto — toen er nog iemand met een vlag voorop moest lopen — reageren we ook nu met een mix van bewondering en ongemak.
Ze filmen festivals, speuren droogte op, en maken toeristische shots waar je meteen je koffer van pakt. Maar tegelijkertijd kunnen ze spioneren, verstoren of simpelweg boven een camping hangen zonder dat je weet wie er meekijkt.
De technologie gaat sneller dan wij kunnen volgen, en dat maakt het spannend én een beetje ongemakkelijk. Welkom bij de Uitspraak: over onze nieuwe insecten… die we zelf hebben gebouwd.
De naam Drone is afkomstig van de Dar, een zoemend insect, en vandaar de overeenkomsten tussen dier en machine. Wat kunnen we allemaal wel niet verzinnen? Zoals bij de introductie van de auto, toen iemand nog voorop moest lopen om mensen te waarschuwen voor dat lawaaiige, rokende monster. Nu hebben we een vliegende variant, die er eerder is dan de vliegende auto, hoewel die al bestaat maar niet in massaproductie.
We zagen eerst de machtig mooie voordelen: vanuit de lucht watertekorten opsporen, slechte bodem herkennen, waterlopen aanpassen. Handig bij filmproducties, groepsoptredens en toeristische oorden. Maarrr… wat doet de mens er óók mee? Spioneren en schieten, en dan niet alleen filmpjes maar met echte bommen.
Net als in het insectenrijk heeft de Drone veel verschijningsvormen: zes of acht poten, groot of klein. Onlangs zoemde er op een camping in Duitsland zo’n Drone boven de tenten. Misschien voor een overzichtsfilm, maar je weet niet wie de bestuurder is. Er zijn zelfs besturings- en snelheidswedstrijden, leuk voor adepten van Max Verstappen of Buck Danny, die oude stripheld.
Ze zoemen en maken onverwachte moves, en we weten niet wat er boven ons gebeurt. Echte insecten hebben instinct; dat hebben deze niet. De ontwikkeling van AI, medicijnen en Dronestechnieken gaat sneller dan wij als gewone mensjes kunnen volgen. Ze worden al gebruikt bij beveiliging van NAVO-toppen en stadions, en tegelijk ontwikkelen we systemen om ze te detecteren en vernietigen.
Poetin reageerde ooit hooghartig op meldingen van drones boven Europese vliegvelden: “Ze moeten ze daar maar onschadelijk maken.” Zulke pesterijen richting kleine NAVO-landen zijn proefballonnen om reacties uit te lokken.
Er vliegen nog niet zoveel Drones als insecten, maar ze zijn er al genoeg — en beangstigender dan toen ze alleen nog in de speelgoedwinkel lagen.
