Zorg is vaak onderwerp van kritiek – te duur, te bureaucratisch, te veel handen tekort. Maar laten we ook eens kijken naar de kracht die er juist wél is. Want naast incidenten en wachtrijen zien we elke dag zorgprofessionals die onmogelijke puzzels toch gelegd krijgen. Gemeenten die innovatieve projecten draaien waarbij jongeren niet in dossiers verdwijnen, maar gewoon geholpen worden. En ouders die ondanks volle agenda’s manieren vinden om hun kinderen stabiliteit te geven.
Het beeld dat we enkel overspannen hulpverleners en hopeloze gezinnen zien, klopt niet helemaal. Er is óók een generatie ouders die wél grenzen stelt, kinderen die elkaar juist optrekken, en zorgteams die creatief omgaan met beperkte middelen. Dat verdient aandacht. Want ja, er zijn problemen, maar er is ook veerkracht. En misschien zit de echte oplossing in het versterken van die positieve voorbeelden – zodat zorg minder een last wordt en meer een bron van trots.
In kranten en praatprogramma’s is zorg een thema met een hoofdletter, zeker sinds de toeslagenaffaire. Sociale wetenschappers zien een samenleving waarin het individu vooropstaat en waarin mensen ronddolen in een stressbal van verwachtingen. De verslaving aan telefoon en apps draagt bij aan een groeiende zorgvraag die niet altijd door professionals opgelost hoeft te worden.
De overheveling van de zorg van rijk naar gemeenten werd verkocht als efficiënt, maar was vooral een bezuiniging. Onvoorbereide ambtenaren kregen een complexe taak en al snel liep het spaak. Nu zijn er gemeenten waar drie op de tien kinderen in een zorgtraject zitten, vaak met een stoet wisselende hulpverleners. Ouders blijken intussen zelf steeds minder te weten hoe ze kleine problemen vroegtijdig moeten aanpakken. Een generatie die te veel gepamperd is, heeft moeite met tegenslagen en legt die druk door aan instanties.
Toch ligt een deel van de oplossing dichtbij. Als ouders meer zelf doen – praten met hun kind, grenzen stellen, sociale contacten stimuleren – neemt de druk op de zorg af. Dan kunnen professionals hun werk beter doen en krijgen wethouders ruimte om beleid te maken dat wél werkt. Niet alleen kinderen verdienen zorg via instanties, ouders moeten hun rol ook terugpakken. En wie dat lastig vindt, kan beter een cursus volgen dan wachten tot het misgaat.