Cultuur · 13 mei 2025

Even over de vergeten parels van het ESF

Iedereen kent ABBA, Loreen, Måneskin en Duncan. Winnaars die het Songfestival tot popcultuur maakten. Maar wat als ik je vertel dat de échte schoonheid van Eurovisie soms schuilt in wat we niét onthouden? In de liedjes die níet wonnen. Die wegzonken in de eindstand, maar bleven drijven in je onderbewuste.

Vergeten parels. Niet glimmend van de punten, maar schitterend in eigen stijl.

Neem Ireen Sheer, die in 1974 voor Luxemburg zong met Bye Bye I Love You. Ze werd overschaduwd door ABBA’s Waterloo, maar haar nummer was een krachtige voorloper van de Franse popballad. Of Anne-Karine Strøm uit Noorwegen in 1976, met Mata Hari — een feministische disco-hymne over een vrouw die haar lot in eigen handen nam, ruim vóór Beyoncé “Single Ladies” zong.

In 1980 zond Turkije Ajda Pekkan uit met Pet’r Oil — jazeker, een opzwepend nummer over olie en onafhankelijkheid, gezongen met Turkse glamour en West-Europese beats. De wereld snapte het toen niet, maar nu klinkt het als avant-garde.

En dan is er Belgisch icoon Liliane Saint-Pierre, die in 1987 met Soldiers of Love een antioorlogsboodschap bracht in de taal van de windmachines. Ze eindigde elfde. Terwijl het refrein nu actueler klinkt dan ooit.

Waarom luisteren naar die vergeten parels?
Omdat ze de soundtrack vormen van hun tijd. Omdat ze dingen durfden te zeggen waar de winnaars misschien te veilig voor speelden. Omdat ze iets achterlieten dat dieper ging dan een trofee: een gevoel, een boodschap, een melodie die pas jaren later begrepen werd.

Dus scroll niet alleen naar de winnaars op YouTube. Klik ook eens op die halve finalisten, die landen met vier punten, die nummers zonder hitstatus maar met hart.
Want achter elke mislukte modedans en matige score schuilt soms een meesterwerk. Alleen — het moest gewoon even rijpen.

Ontdek meer van De Muziek Experts

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder