We zeggen vaak dat mensen op dieren lijken, maar soms denk je: dieren hebben het eigenlijk beter geregeld. Terwijl wij vergaderen, plannen en commissies vormen, lost een muis in één seconde een territoriumconflict op: “Dit hoekje is van mij. Jij opzouten.” Geen beleidsnota voor nodig.
Toch romantiseren we dieren maar al te graag. “Ach, muisjes zijn zo lief.” Tot je er tien hebt, het rad bezet is door één dictator-muis, en de rest ruziet alsof ze auditie doen voor Expeditie Robinson. Dan merk je dat de natuur minder schattig is dan we denken — meer Big Brother, maar dan zonder stemrondes.
Daarom is een boek over muizen eigenlijk verrassend relevant. Hun groepsgedrag laat pijnlijk goed zien wat wij zelf ook doen: te weinig ruimte? Ruzie. Te veel druk? Stress. Iemand die anders is? Die wordt eruit gewerkt. Het is de samenleving in mini-formaat, maar dan met snorharen.
En misschien is dat precies de les: waar wij dossiers, protocollen en spoeddebatten nodig hebben, tonen muizen dat rust, ruimte en overzicht vaak genoeg zijn. Geen hapsnapbeleid, geen gesteggel — gewoon ademruimte.
Dus vandaag kijken we niet alleen naar muizen alsof het kleine versies van ons zijn…
Maar óók naar onszelf alsof we soms iets té veel op muizen lijken.
In mijn jeugd hadden we thuis een glazen bak met twee zwarte muizen. Wij moesten ze verzorgen — schoonmaken, stro verversen, speelgoedjes neerleggen — en het was leuk om te zien hoe actief ze waren. Mijn vader zei dat het twee mannetjes waren, maar na een paar weken werd één muis opvallend dik en zaten we ineens met tien. Eerst schattig, die roze minimuizen, maar al snel werd de bak te klein en begonnen ze elkaar te bijten. Uiteindelijk heeft mijn vader de hele kolonie weggegeven.
En precies daar sluit het boek Muizenleven van Eva Meijer op aan. Een muizengroep lijkt namelijk sterk op een mensengroep: wordt de ruimte te klein en de groep te groot, dan ontstaan spanningen. Bij dieren worden de zwakkeren het mikpunt; bij mensen vaak degenen die “te anders” zijn. Om de eigen vertrouwde leefstijl te beschermen ontstaan ruzies, conflicten en uitzetgedrag.
Eva Meijer onderzocht laboratoriummuizen en ontdekte dat ze verrassend complex zijn: ze sluiten vriendschappen, hebben gewoontes en begraven zelfs overleden soortgenoten. Haar punt is duidelijk: we maken allemaal deel uit van één groter geheel, waarin ruimte geven — letterlijk en figuurlijk — cruciaal is. Wanneer groepen te dicht op elkaar zitten of te veel druk ervaren, ontstaan problemen die met beter doordachte keuzes voorkomen hadden kunnen worden. In plaats van snelle politieke lapmiddelen pleit Meijer voor oplossingen die recht doen aan alle groepen, zodat samenleven ook echt leven wordt.
Met Muizenleven won Meijer de Natuurboekenprijs. Andere aanbevolen titels zijn Dokters van Nature van bioloog Jaap de Ronde over medicijngebruik bij dieren, en Wildernis in Eigen Land van ecoloog Jeroen Helmer, die een toekomst schetst waarin zelfs lynx en walvis weer in Nederland zouden kunnen terugkeren. Deze boeken helpen ons de natuur – en onszelf – beter te begrijpen. Lezen dus!








