Op het Binnenhof waait altijd een beetje politieke tocht, en in die wind staat de VVD-leider ineens midden in de spotlights. Haar terugkerende zin — “Wij gaan Niet, en ik herhaal, Zeker Niet regeren met PvdA/GroenLinks” — werd een mantra dat vaker viel dan de onderbouwing erbij. Maar hoe vaker ze ’m herhaalde, hoe meer het werkte: haar eigen achterban kantelde langzaam terug.
Want binnen de VVD speelt iets herkenbaars: een mengsel van voorzichtigheid, traditie en de behoefte aan een veilige plek om op terug te vallen. De alternatieven waren voor veel stemmers nét te rechts, nét te onzeker. En dus keerden ze toch weer terug naar het oude blauwe nest, het nest dat ooit bekend stond als de plek voor mensen met “Veel Vrije Dagen”.
Zo staat ze er nog steeds — niet omdat alles klopte, maar omdat angst en gewoonte soms sterker zijn dan overtuiging. Welkom bij de Cultuurtekst van vandaag.
Jesilgus heeft zich figuurlijk in een strop te kijk gezet op het Binnenhof. De VVD-leider raakte de afgelopen periode verstrikt in een lastige positie op het Binnenhof. Haar optreden riep bewondering én irritatie op, zeker toen bleek dat enkele cijfers die ze presenteerde niet klopten. Toch draaide de sfeer om toen ze één zin bleef herhalen:
“Wij gaan Niet, en ik herhaal, Zeker Niet samen regeren met PvdA/GroenLinks.”
Die herhaling — zonder stevige onderbouwing — werd onverwacht haar reddingslijn. Niet omdat ze inhoudelijk sterker werd, maar omdat een deel van haar achterban schrok van de alternatieven. Veel VVD-kiezers wilden niet richting nóg rechtsere partijen, en kwamen daardoor terug bij het vertrouwde: de VVD als ‘veilige haven’, een beeld dat al decennia bestaat. Daarbij speelde ook mee dat sommige kiezers liever zekerheid kozen dan politieke sprongen waar ze zich niet in herkenden.
Het oude imago van de VVD — de partij van “Veel Vrije Dagen” — botste wel met haar eigen uitspraken over hard werken. Maar ondanks dat bleven mensen loyaal, deels uit berekening, deels uit gewoonte. De terugkerende aanhang kwam dus minder voort uit overtuiging, en meer uit de wens om ergens te zitten waar het in ieder geval bekend voelt.
Zo staat ze er nog steeds: niet door politieke perfectie, maar doordat angst, voorzichtigheid en traditie een krachtiger lijm blijken dan elke campagneleus.








